Een zondag, anders als alle andere. De hoofdrolspeler voor deze zondag stond al enkele maanden vast. Na een slordige 45 jaar voetballen voor de SV Borger stopt Gert Bijker. Hij wordt trainer in Buinen en geeft zijn spijkerharde voetbalbenen nu rust. Afgelopen zondag stond in het teken van de afscheidswedstrijd van Gert. De groene Galliërs traden aan tegen Bijker’s AllStars. Een team met louter vedetten uit de lange carrière van onze Gallische veldheer. Hij was onderdeel van een bloeiend Borger Zondag dat vanuit de Drentse voetbalbond het uiteindelijk schopte tot de tweede klasse. Hij maakte dus de kelder, de klim en de vrije val mee en het einde van een prestatie-elftal op de zondag. Hij is Mister zondag geworden. Bekenden kenschetsen Bijker als zelfverzekerd, gek en bikkelhard. De jaren hebben hem milder gemaakt. Die bikkelharde, praatgrage voorstopper werd steeds meer een rustige laatste man met een enkele strapats. Verbaal altijd in de weer met tegenstanders en scheidsrechters. Met binnen de groene Galliërs geveugelde zinsneden als ‘hij weet het niet’ en complete tirades richting vaak bekende scheidsrechters was Gert ook in zijn laatste jaren duidelijk aanwezig op het veld. Buiten het veld bleef hij, jong van geest, altijd opzoek naar het geouwehoer en zocht hij naar manieren om te sfeer te verhogen. Niet zelden ten kostte van een speler die slecht gespeeld had of wat minder in z’n vel zat. Gert lijdt soms aan zelfoverschatting, maar daaromheen hangt altijd de zweem van zelfinzicht. Zo jong en wild in de derde helft, zo wijs en belegen op het trainingsveld. Bij Gert weet je niet altijd of het nu een grap is of juist serieus. Nu hij stopt wordt duidelijk hoe zo’n rol hij speelde binnen het zondagvoetbal. Bijna eigenhandig hield hij de zondag in de been. Op zondagochtend, met frisse tegenzin en een licht katertjes haalde hij onverlaten met een passie voor voetbal op bij hun huis, nadat hij de ballen en de shirts in zijn auto had gegooid. Vaak was het elftal maar ternauwernood compleet, wanneer bij Klaas de koffie werd genuttigd voor een uitduel. Gert bleef terwijl de hele zondag in elkaar donderde en boetseerde uit zijn onverzettelijkheid de groene Galliërs. Het leven golft. Soms klotst het succes je tot over je oren, soms ebt het geluk weg zonder dat je het doorhebt.
Afgelopen zondag was een hoogtijdag, een superzondag. In de ochtend eerst nog een helftje voetballen tegen de knapen van Buinen drie. De eerste helft was maanden gelden onder helse buien bij 3-3 gebleven, nu op deze zondag werd het uiteindelijk 9-3 voor de groene Galliërs die daarna dus nog mochten aantreden tegen Bijker’s Allstars. Na een verkwikkend soepje van Robbert konden de groene Galliërs hun borst natmaken. Bijker had zich omringt met sommige van zijn beste oud-teamgenoten. Veertigers en vijftigers die allen beschikten over voetbalvoeten en spelinzicht, over handigheid en klasse. Mastodonten van voetballers, legendes met mythische verhalen omgeven. Roeland Deuring, Martin Schuiling en Bert Doldersum. Maar ook Gert’s boer Erik, de geruisloze André Elsinga en nuttige Stoffer van de Werf en de loopgeile Tappie. Daaromheen buffels van kerels, mannen uit één stuk hardhout; Patrick Koster, Peter Elsinga en Dave Westerhof. De oude krijger Willie Dekens, fitboy De Vrij en de meeste talentvolle vedettes David van Arend en Jeroen Goudbeek. Eenmanstank Almoes en op doel de oude katachtigen Harold Koster en Wim Kuipers. Kortom een geduchte tegenstander voor de groene Galliërs, die wel een sterke troef konden toevoegen aan hun bataljon, te weten de uiterst coole Lenn Bijker. Het werd een partijtje Grieks-Romeins worstelen met het publiek als grote winnaar. Een mix van aardige hoogstandjes afgewisseld met kolderieke struikelpartijen en oude lichamen schreeuwend om zuurstof na soms eenvoudig ogende driehoekjes. De wedstrijd had alles wat zondag is, alles wat Gert Bijker is. Oude mannen die jonge jongetjes willen lijken. Serieuze vaders die stoere mooiboys spelen voor zolang gel, tape en tijgerbalsem het volhouden. Angstig vasthoudend aan het leven dat ze kenden toen er alleen nog maar wind mee bestond. De Allstars van Bijker wonnen uiteindelijk, dankzij een majestueuze kap van Roeland Deuring die de bal had gekregen na een vrijetrapvariant uit de koker van Schuiling. Hoewel het daaropvolgende schot met een zucht van bekoring de paal kuste, werd uiteindelijk de beslissende 1-2 door de binnenkant van de rechterenkel, gecombineerd met het linker kuitbeen van Jeroen Goudbeek gemaakt. Daarvoor had Roeland Deuring de 1-1 gemaakt nadat Marcel Lammers, onze bloedeigen groene Galliërs-legende ons nog op voorsprong had geschoten.
De derde helft was een haast nog fraaier schouwspel dan de wedstrijd zelf, afgetrapt met een speech van onze veldheer, begon er in een samenspel van veel positie- en tempowisselingen een heus zuipfestijn. Allstars en Galliërs hand in hand tot het gaatje. Bijker gloriërend als nimmer te voren. Daar waar hij op menig zondag opriep tot een tandje erbij, bleef het afgelopen zondag stil. Overal hoorde je de wildste voetbalverhalen, de kleedkameranekdotes en de vertellingen over wereldgoals of onnavolgbare zaagacties. Bijker in zijn element. Ik geloof zelfs dat er toezegging zijn gedaan door enkele Allstars om volgende jaar de gelederen te versterken binnen de groene Galliërs. Ik noem nog geen namen, want volgende seizoen is nog ver weg. Maar u begrijpt inmiddels dat de zondag nog lang duurde.
Gert, namens iedereen: enorm bedankt voor je leiderschap, je humor en je voetbalslimheid. We hebben enorm veel van je geleerd en bij Buinen zullen ze zich laven aan jouw levensvisie. We spelen vrijdagavond trouwens thuis tegen EEC, komen jullie kijken?