Eén blik gevolgd door een diagonale pass richting de uiterste linker punt van het zestienmetergebied. Een subtiele aanname, voortgezet met een heeerlijke (zo lekker dat heerlijk met drie e’s is) dropkick vanaf de linker wreef. Een totaal verbouwereerde keeper voelt de bal schuin boven zijn rechteroor de kruising in suizen. Al met al een scene van een seconde of twaalf. Maar het bracht onze begaafde aanvoerder voor even terug in zijn hoogtijdagen. In het kwartier daarna jaagde hij als een jonge hinde de verdediging van de geel-zwarte reuzen uit Schoonoord af, strooide hij met de meest fijne passjes, terwijl daarvoor niets leek te lukken. Terwijl daarvoor sprinten leek op snelwandelen en wegdraaien als het lopen van een dorpsommetje. Het zijn de momenten waarvoor wij groene Galliërs leven. Dat ze schaarser worden is een feit. Maar we blijven ze, met dat wat grenst aan maniakale verering, vieren. Afgelopen zondag was in dit licht een enorm bijzondere wedstrijd. Het barstte uit zijn voegen met mooie momenten, het liep over van vernuft, de klasse droop er tientallen keren van af. In het wegdraaien van Jorick, in een achteloze uittrap van de man die wij zo koesteren, in de Van-Basten-achtige volley van Benji, en de gretige laufpensum van Melvin, in de linkerbenen van de aanvoerder en de reserve-aanvoerder. De dropkick, waarmee ik het verslag begon, had, had hij het gezien, een watertandende Walter Zenga opgeleverd. De keeper die de Italiaanse stuit zijn sierlijkheid gaf in de jaren negentig.
Het was trouwens nog even spannend of we überhaupt wel konden voetballen, maar wat is nieuw. De groene Galliërs leken over genoeg arsenaal te kunnen beschikken. Maar enkele groene Galliërs hadden hun kruit de avond ervoor al verschoten. Gelukkig kon Maikel met weinig slaap toe en meldde Pang zich lastminute nog aan in de aanwezigheidspoll. Dat was hard nodig want Sander had zichzelf een koortsstuip gezopen en was deze ochtend naar het plafond blijven staren. Brussen ontbrak ook vanwege een lichaam dat niet gebouwd is om in als Browser van Mariokart over de baan te sjezen. 12 mannen, uit het goede hout gesneden, reisden af naar het land van de reuzen. Groene Galliërs tegen reuzen uit een oude Drentse sage. Dan hoeft er niet veel te gebeuren om het heroïsch te maken. Het eerste kwartier overleefden we vooral dankzij onze reuzendoder met handen als balmagneten en een neus voor de goede hoek. Wat zouden we toch zonder hem moeten. De andere onmisbare schakel wachtte tot vlak voor rust om zijn punt te maken. Even wegdraaien net buiten de zestien en dan de bal gracieus de bovenhoek in sturen. Benji liet de Galliërs weer eens juichen, gemiddeld doet hij dat minimaal één keer per helft. De twee nul bracht onze aanvoerder tot leven en vervolgens was het vooral een Melvin-show. Vaak betrokken in de opzet van de aanval, om vervolgens drie keer te scoren.
Tussendoor scoorde Benji nog eens en mocht de verslaggever de bal van net buiten het strafschopdomein richting bovenhoek krullen. En Jasper stond op doel, met zijn vaste beschermheren om hem heen, dus de nul werd gewaarborgd. Een reglementaire zevenklapper met goudklompjes aan momenten. Die zorgden voor gloeiende voetbalharten en kippenvel op de armen.
Voetballer herkennen elkaar. Zoals Benji en Vincent elkaar herkennen. Kwaliteit, technische bagage, pure liefhebberij. Bij de groene Galliërs er is altijd voetbal, ook als het even niet loopt. Ook als de benen niet willen, het veld even niet mee werkt. En als je van voetballen houdt, dan kom je thuis in een volley, dan wentel je jezelf in een onverwachte poort en geniet je van dat volmaakte gevoel van een bal zuiver op de wreef raken. Voetbal herkent voetbal en vermenigvuldigt zich zo. Keizer loopt dravend op de aanvoerder af en zij delen in dat korte moment het kippenvel. Olf knuffelt Jasper na het eindsignaal, zij delen het plezier in het spelletje. Melvin tilt zijn zoontje op, die onophoudelijk met de bal heeft gespeeld en zij delen de liefde. Voetbal herkent voetbal. Of je nu zo hard en lang kunt lopen als Melvin, brak wankelend langs de zijlijn jogt als Maikel of zo onverschrokken als Gerhard en Keizer de duels aan gaat, we delen het gen dat verliefd is op het voetbalspel. En op zondagmorgen komt dat, soms maar in kleine sprankjes, tot uiting. Maar in Schoonoord klotste het voetbalgenot tegen de reclameborden omhoog. Het voetbalelixer werd gulzig gedronken en het gaf ons een stuk onoverwinnelijkheid terug. Definitief verloren gewaand in de kille, treurige langmaanden van de winter en de herfst, maar nu zo verkwistend aanwezig in een simpel treffen met zwarte Brammerts en Gele Ellerts. We gaan er weer helemaal voor met elkaar en dit nieuwe Gallische geluk moeten we borgen voor een nieuwe winter, zoveel is wel zeker. En ik denk, dat we dat deze zondag hebben gevonden. Een bezwerende formule tegen het dreigende einde van de groene Galliërs: Voetbal herkent voetbal. Hou ons in de gaten, want er komen wervende doelrijpe kansen aan voor hen die de voetballokroepen niet kunnen weerstaan. Intikkers en melkbushoge voorzetten, ik bedoel maar. Als je komend seizoen onderdeel wilt zijn dat dit nieuwe verhaal, hou je voetbalhart in de maand mei dan even open! Later meer.