Groene Galliërs winnen van Musselkanaal...
Doorgaans ligt de Drift er aan het begin van het jaar bij als een groene, soms witte oase van rust. Wanneer je er over het gras loopt, voel je het fragiele gras, bevroren breken onder je voetzolen. Nu is het tegenwoordig niet zo koud meer in januari en zal dat in de komende tijd alleen maar warmer worden volgens vele wetenschappers en meteorologen. Het gras was afgelopen zondag dan ook groen en buigzaam, al stak het uit een dunne modderlaag die toendra’s kenmerken. De doorgaans zo idyllische zondagochtend werd wreed doorbroken door een volle parkeerplaats en bij nadere inspectie tonnen aan speelgoed op twee wielen. Er werd een MTB-tocht verreden met als start- en finishplaats een ietwat overrompelde Drift. Mannen in naadloze strakke pakken, met spetters modder om de kaken en de frisse blik van een ochtendmens. Mannen uit één stuk, doorzetters, kilometervreters. Een flink contrast met de beduusde zondagochtendvoetbalkoppen die zich melden in een hoekje van een overvolle kantine. Het geroezemoes voelde bevreemdend, het gonsde en leefde, in de altijd zo muisstille zondagochtend. Niemand hoorde de koffie uit de automaat geperst worden, niemand hoorde zelfs ook maar de bulderende lach van een hypotheekadviseur. De slaperige, droge humor bleef hangen in de verbouwereerde koppen, die onwennig aan hun koffie lurkten.
Als ongenode gasten kleefden de zondagochtendmannen aan elkaar in een hoekje van de kantine. Eind januari, sowieso een bijzonder moment om de winterstop te verlaten. En dan geconfronteerd worden met honderden sportieve ochtendmensen, zonder kegel, zonder nachtelijk verhaal. Dit alles gaf een surrealistisch begin van de tweede helft van de competitie.
Musselkanaal, de tegenstander van deze zondag, moest naar verluidt parkeren bij de tennisvereniging en had al een flinke warming-up nodig om tot de Drift te geraken. Zij begonnen de wedstrijd dan ook buiten adem. Terwijl de moutainbikers door de blubber banjerden, vielen de groene Galliërs aan over een biljartlaken van geel zand met groene spriet. Wonderwel leken de zondagochtendmannen de winterstop goed verteerd te hebben, binnen mum van tijd stond de ploeg met 3-0 voor. Elk seizoen weer, dat is misschien wel goed om te vertellen, stranden de voornemens en de dromen van de groene Galliërs in de eerste wedstrijd na de winterstop. Soms voor de winterstop fier aan kop, soms verbaal van plan kampioen te worden, altijd verliezend in de eerste wedstrijd na de winterstop. In herinnering Ter Apel uit, TLC thuis en daarvoor nog Sellingen uit. Alle aspiraties konden de inmiddels dus overvolle prullenbak in, elk jaar weer.
Bij een stand van 4-1 verloren de groene Galliërs de wil, de concentratie en vooral veel de bal. Vanuit pijnlijk eenvoudige counters werd het 4-2 en even later 5-3. Tussendoor scoorde Bob van dichtbij een belangrijk doelpunt. Zo bleef het verschil twee, kreeg de tegenstander net niet genoeg vertrouwen door te drukken. Op het zware veld sloten beide defensies allang niet meer aan, sprintte geen enkele diepgaande middenvelder nog terug en leek het- ondanks de absentie van korven- meer op korfbal dan op voetbal. Het geluid van de hoge drukspuit op zuurverdiend carbon en rondvliegend modder, overheerste het geploeter van noppen in zompige aarde. Niets maakte dat hetgeen zich op het voetbalveld afspeelde, tot een hoofd-act. Borger in donkerblauw vanwege het groen van de tegenstander, benen die maanden niet op spanning stonden, wreven die liever nog even werkloos waren gebleven. Uiteindelijk floot de arbiter af, in een wedstrijd zonder (k)opstootjes, in een wedstrijd zonder verhaal. Acht miezerige doelpunten, het beschrijven niet waard. Tweeëntwintig spelers, een paar wissels en wat begeleiding, die zochten naar hoe het allemaal ook weer moest, dat voetballen. Niemand slaagde erin, iedereen droop af, opzoek naar de warme douche waarin elke zondagochtend eindigt. Of je nu weergaloos voetbalde, of doelloos over een grasveld heen en weer deinde. De drift doucht je kop weer leeg en schenkt je het gevoel iets te hebben gepresteerd.