Het eerste wedstrijdverslag naar het kampioensschrijven vindt vloeiend zijn plek op mijn beeldscherm. Bijna net zo vloeiend als de vele aanvallen van de groene Galliërs afgelopen zondagochtend. De ochtend na de smartlap was voor velen een pittige. Droevige levensliederen maken dorstig, zoveel was duidelijk waarneembaar in de Kruisstraat afgelopen zaterdagnacht. Beerman’s Buinen was de tegenstander in deze bekerwedstrijd, die door beide ploegen als een oefenwedstrijd werd gezien. Wel één met prestige, je verliest niet graag van je buurman.
Vaak is zo’n eerste wedstrijd stroperig, moeizaam en het aanzien niet waard. De oude jongenslijven laven zich zomerwekenlang aan alles wat Theo Janssen dagelijks naar binnen werkt. De vetheid druipt als zweetparels van de glimmende voorhoofden, de benen kwispelen onwennig onder een bierzwanger buikje. De bal is de frisheid zelf en krijgt men maar moeilijk onder controle, de longen schuren achter de ribbenkast en niets lijkt leuk aan het spelletje dat we voetbal noemen, ook als het er totaal niet op lijkt. Zo gaat dat vaak met eerste wedstrijden, zo niet zondagochtend.
Hoewel de droeve dronk nog in de oogkassen hing, leken de benen aangenaam verrast met wat beweging. De bal vond zelfs veelvuldig een medespeler en al snel bleek deze zondagochtend van de groene Galliërs te zijn. De zomer leek goed verteerd. De hagelwitte stranden en hemelsblauwe wateren hadden de doorleefde lijven net dat beetje glans, net genoeg rust en ongelofelijk veel zin in voetballen gegeven. De zon, die alleswarmer, had ons getekende voetbalbrein precies goed gegaard. Een enkeling had de smartlap nog voor de ogen, maar over het algemeen leek de zondagochtend éénieder goed te doen. Binnen mum van tijd was het 0-2, waarbij de tweede treffer door Bulthuis werd binnen getikt. Hoe bijzonder dat was bleek in het vervolg van de wedstrijd. Geen enkele kans bleek hierna nog aan de jongste toevoeging aan de Gallische aanvalslinie besteed. De verslaggever had de zondagochtendmannen op voorsprong gezet, na een ragfijn passje van Wever. Die zelf in de tweede helft twee maal scoorde. Ook een nieuwe man scoorde. De man met de pokernaam stiftte, bij een van zijn eerste balcontacten, de bal over de vernederde keeper. Wever bracht nog meer schaamrood op die arme kaken van de doelman, met een lob van twintig meter afstand. Verder is het doelpunt van Dam het vermelden waard. Een diagonale pegel, na wederom een messcherpe passe van Wever, zoefde in de linkerbovenhoek. Uiteindelijk kreeg een foutloze keepende Stan op de valreep nog een doelpuntje tegen. Het werd 1-8 voor de Galliërs. Omdat ook veldheer Bijker scoorde. De achterin spelende voorzitter van de geelzwarten vond het nodig op zijn frustraties te uiten door stevig na te trappen, een middenvelder schold de scheidsrechter uit. Herkenbaar wanneer je als ploeg weet dat je op de billen krijgt.
Borger zondag 2 gaat het aankomend seizoen een klasse hoger proberen en de voortekenen lijken dus goed. De zomer heeft de lijven niet definitief gebroken. De voeten hebben de slipper vaarwel gezegd en genieten van de zachte kusjes van het leer. Volgende week voetballen we thuis, als de emelten en de grasmat het toelaten, tegen E.E.C. Het is onvoorstelbaar hoezeer ik nageniet van deze eerste wedstrijd. Maar de blik gaat weer vooruit. De blik op het seizoen, de verhaallijntjes, de komedie en de weemoed, de jongetjes die af en toe opkomen in oude gezichten en kleine juichdansjes.