• Groene Galliërs veroveren Oost-Groningen

    Een dubbelverslag van dubbele punten...
    De hete adem, de wielrenner in de chasse patate die maar blijft achtervolgen, de nachtmerrie die je badend in het zweet wekt, dit alles zijn wij. Al enkele weken nu. De jager die langzaam ten prooi valt aan de hongerklop. Maar die een wankel hertje of (Gieter) heertje ziet en onverdroten zijn passen lengt. Tegen beter weten in, maar met een rotsvast vertrouwen in dat opgeven niet tot de opties behoort. Zo begonnen de Groene Galliërs aan de twee uitduels diep in het dubbeltjesplatte Groningen. Donderdagavond Muntendam en zondagochtend PJC ( Pekela Jupiter Combinatie). Die laatste klinkt verdacht Romeins voor een kleiclub uit het vlakke land.

    De avond in Muntendam was zacht, maar veel te koud voor een zomeravondgevoel. Het eten was pas net verorberd, de aardappels dreven nog boven in de borstkassen, groentes plakten nog aan de voortanden. Het veld was hard als klei dat uit de oven komt. Je kunt er geen beweging meer in krijgen, je kunt er geen kant mee op. Gert Vogelzang, leider van alles dat recreatief, maar voetbalt, in Borger, had een brede selectie tot zijn beschikking. Verloren zoon Bonne Timmer deed mee, naar maanden niet meer groen te hebben gezien dan dat van het Noorderplantsoen. Mark Hoving, liefhebber en onlangs gedoopt tot één van de beste voorstoppers die ooit in het eerste gespeeld hebben, was aanwezig. Frenk Klasens deed mee en hoe, hij scoorde tweemaal en gaf twee assists. Vincent Wever droeg de band, Erik Joling droeg de defensie en Borger won eenvoudig. Zelfs zonder Brussen op tien en met een verre van messcherpe Bulthuis, werd het uiteindelijk 2-6. De ruststand was overigens 1-5, door vakkundig gebruik te maken van zijn befaamde wisselcarrousel zorgde Gert voor een desastreuze tweede heft. Zo werd de linkshalf, die in de eerste helft nog genadig fijn met een stift van ver scoorde, gebombardeerd tot achtereenvolgens linksback, laatste man en centrale middenvelder. Dat laatste vanwege een blessure, de linkshalf wordt namelijk nooit uit weelde centraal op het middenveld gezet. Topscoorders, aanvoerders, metervreters en geniale passers, alles werd gewisseld en gehusseld, net zo lang totdat het voetbal er tot in de laatste druppel was uitgewrongen. Robert, good-old Robert, de man die graag uithijgt bij de cornervlag, scoorde nog met een diagonale roller uit de draai, die tergend langzaam en begeleidt door een vloek van de doelman, net aan het zijnet vond. Muntendam schoot de bal haast tot aan Siddeburen tijdens enkele doelpogingen, de groene Galliërs deden niet veel meer dan hobbelen. De wedstrijd was beslist, de leider had zijn pleziertje gehad, op naar zondag.

    Klaas zat aan de hoek van zijn eigen, hem zo vertrouwde, bar. Hij wilde net een slokje nemen van zijn koffie, toen ik aan de deur rammelde. Het was voor negenen en in alle stilte dronken we samen de eerste slokken koffie. We praatten wat over mijn nieuwe werk en stilaan kwamen er meer frisse Galliërs binnen. Het heeft toch wel wat hoor, zo ’s ochtends vroeg in een cafeetje verzamelen. Leunend op de bar, hangend op een barkruk aan je koffie lurken en wachten tot er een stuk of elf spelers hetzelfde heeft gedaan. Er waren jaren bij dan kwamen we niet verder dan negen en sjeesden we door slaperige buurten op zoek naar slachtoffers voor het zondagochtendvoetbal. Nu, nu wij alom bekend staan als groene Galliërs is dat anders. Er is nog net geen ballotagecommissie nodig, maar de zin op zondagochtend is groter dan ooit. Een groene Galliër zijn, de humor in de kleedkamer te mogen ervaren en onder leiding van Wever de fijne kneepjes van het voetballeven geleerd te krijgen. Wij zijn hot, we zijn cult van vlees en bloed. Wij beleven verhalen, kleuren de zondagochtend en delen het ongenadige leven in al haar dieptepunten, vieren het in spaarzame momenten van overvloed. Vaak de overvloed aan slechte grappen.

    Nieuwe Pekela was het eindstation afgelopen zondag. Het veld even hard als donderdagavond in Muntendam, de selectie ietsje kleiner. Uit angst voor de wisselwoede van Vogelzang, werd de selectie klein gehouden. Klasens weer in de punt naast doelpuntenautomaat Bulthuis, Brussen pendelend op tien erachter en de beide doodlopers Maikel en Gijs aan de flanken. Keizer op rechts, Daan op links, Betten als stofzuiger naast een morsende Wever en een stabiele, altijd evenwichtige Bijker als laatste man.

    De groene Galliërs begonnen slordig en onrustig. En kwamen zelf met 1-0 achter. Gelukkig was Bulthuis als een ervaren garnalenvisser; altijd gefocust op het net. Hij knikte er twee binnen, de eerste na een geil wippertje van Wever, de tweede na een stralende voorzet van ik meen Brussen. Maikel Dam werd Maikel Stram, omdat hij de dag ervoor tijdens de Hunebedloop 10.000 meter had gelopen. Toch weigerde hij negentig minutenlang zich bij zijn vermoeide lichaam neer te leggen. Een innerlijke strijd die steeds begon bij het willen controleren van de bal, was een lust voor het oog. De onverzettelijkheid prijzenswaard. Ook Linkspoot Klompmaker, zelfde hunebedloop, liep er minder fruitig bij.

    Uiteindelijk wonnen de groene Galliërs eenvoudig met 1-4. Drie keer Bulthuis. Maar van oogstrelend voetbal was nimmer sprake. We voldeden aan de verplichting. De verplichting die wij onszelf opleggen om de koploper geen cadeautjes meer te geven. De koploper, de roodwitten, blijft winnen. Dit zullen ze vermoedelijke blijven doen en met vier punten voorsprong hebben de groene Galliërs het nakijken. De wedstrijd tegen Gieten is verplaatst naar de laatste wedstrijd van het seizoen. Wanneer Gieten blijft winnen, gaat deze wedstrijd om spek en bonen. Wat me ineens een idee geeft voor de maaltijd van vanavond. Verliest Gieten of speelt het gelijk, dan willen de groene Galliërs er natuurlijk alles aan gedaan hebben om die laatste wedstrijd nog van belang te laten zijn. Dus wij blijven winnen, tegen beter weten in, plichtmatig. Wij blazen onze hete, verschaalde adem in de nekjes van die Gieter Heertjes. In elke wedstrijd staan we in de bosjes, te kijken of ze de buit verspelen of ze een misstap begaan. Tegen beter in, maar met een kille noodzaak niets in schoten te werpen. Wint Gieten alle resterende wedstrijden, dan schudden we hun handen en feliciteren hen. Verliezen ze, dan wordt de jager in ons wakker, ruiken we rode en witte bloedlichaampjes. En je wilt niet de strijder in de Galliër naar boven halen. Geloof me, dat wil je niet.