• Zondagochtend, grijze hemel, stilte op de Drift. De hoofdrolspelers van de jubelzaterdag van S.V. Borger liggen net op één oor of op hun achterhoofd. Zaterdag was een dag van erop en er glijdend over. De jongens onder 17 wisten hun directe concurrent voor promotie te verslaan, het kampioenschap van Zaterdag 3 dat al langer met potlood geschreven, werd behaald. Notabene door een doelpunt van een topper die de naam Kladje draagt. En zelfs het dolende vlaggenschip van de vereniging stelde degradatie op z’n minst uit, mede dankzij een jeugdspits met een schitterende voornaam. Nu drie zware potjes voor een miraculeus lijfsbehoud. Op zondagochtend verloopt het de laatste weken een stuk rustiger. Koploper Gieten wordt vanzelf een keer kampioen en de groene Galliërs pendelen nog wat door naar de tweede plaats. Het mag geen naam hebben. Het seizoen eindigt in de kantlijn. Afgelopen zondagochtend stond in dat opzicht symbool voor de ontwikkeling van dit seizoen.

    De deuren van de kantine zijn nog gesloten, verenigingsman Vogelzang staat aan de Torenlaan zijn vlot gedouchte coupe in banen te leiden. Onberispelijk kamt hij zijn haren naar achteren, recht als de door hem zo geliefde snelwegen van ons land. Een aantal Galliërs zijn er al en bekijken de restanten van het feestgedruis. Op de tassenrekken ligt een rood T-shirt, twee bossen bloemen die nu gemist worden door twee spelersmoeders, een lege koffiebeker van iemand die liever bier wilde, een petflesje met nadorst en een gekneusd pakje Gauloises, opgerookt. Binnen staat alles wat een DJ nodig heeft, er staan tafels die voor het eerst in hun leven navels van dichtbij hebben gezien en alsof het allemaal nog niet troosteloos genoeg is, ligt het hoofdveld er niet meer. Op de favoriete plek van engerlingen en ander gespuis, is het nu zand met geulen. Niets herinnert aan de hoofdveld, of het moeten de omver gebeukte reclameborden in de linkerhoek zijn. Borden waar happen uit zijn gegeten, zo lijkt het.

    Parmantig doet de verenigingsman de kantine open. De vloer kleeft onder de voeten, de wc’s walmen uit hun pot en het trouwe koffiezetapparaat perst vermoeid een tiental kartonnen bekertjes vol. Het feest is geweest en er wil een dronken tjiftjaf via de ramen naar binnen. De harde juichkreten van leider-tot-diep-in-zijn-hart Eiting, de kinderlijke blijheid van gepensioneerde keeper, het brullen van de voetbalbroeders, het giebelen van de spelersvrouwen. Alles galmt nog zachtjes na in de resten van het kampioensfeest. De zon heeft het zwaar en blijft onder de wolken. Een enkele Galliër die mee feestte zaterdag, vecht tegen het slaaptekort terwijl zijn fiets hem dichterbij bij de wedstrijd brengt. Eext komt op bezoek en kijkt zijn ogen uit. De lege glazen bier worden uit de kleedkamer verwijderd en Kanninga begint, enthousiasmerend als altijd, aan de opstelling. Bijker maakte zich gereed voor een potje cirkellopen met fluit en de rest kleedt zich om onder het harde gebeuk uit de speakers. "Fit in or Fuck off", klinkt het liefelijk. Voor hen die nog geen hoofdpijn hadden, voor hen die met hun hoofd nog in het café stonden, voor hen die hun mannelijkheid graag rondslingeren. Of was dat het, tamelijk achterlijke nummer, Heli- Heli-Heili-Helikopter? Nou ja, maakt ook niet uit. We begonnen.

    Althans. We begonnen met lopen naar het veld. Veld 2. Helemaal achter op het sportcomplex, voor velen een gedegen warming-up. Hier had geen smeuïg grasinsect de kans, hard als beton was de grasmat, droog als de kelen van Staol, Biervat en het Beest. Eext had er helemaal geen zin meer in, voetbal leek bij de tegenstander een hinderlijke onderbreking van de zondagsrust. De groene Galliërs deden hun plicht. Brachten doelpuntenmagnaat Bulthuis gedienstig de bal, zodat de spits op 50 doelpunten voor de groene Galliërs uit zou komen dit seizoen. Hij begon op 45 aan de wedstrijd. En het lukte hem, met speels gemak. Met nog wel meer dan speels gemak. Met het gemak dat het niet leuk meer maakt. Een beetje zoals winnen met tafeltennis van je vader. Je voelt gewoon dat hij z’n best niet doet en dat is winnen ineens niets meer aan. Dan verlies je nog liever. Althans dat voelt een gewone sterveling als ik. Bulthuis niet, als de zee voor hem splijt ziet hij alleen maar dat het hem een end zwemmen scheelt. Genadeloos schoot hij doelpunt na doelpunt achter de (kon hem het iets schelen) keeper van de blauwwitten. Wever en Dam waren op dreef en elk strobreedje werd zo ver mogelijk van de Galliërs vandaan gehouden. Het werd 11-0, vijf keer Bulthuis.

    Ergens in de wedstrijd schoot de ontroering me, als een fazant in het aardappelveld, over het lichaam. Tijdens een blessuregeval liep ik na een bidon. Zijn broze arm legde hij op mijn schouder. Een zin volgde, een zin die me raakte tot diep in mijn wezen. Even was ik niet op dit voetbalveld, voelde ik me verre van een groene Galliër. Zijn mond bewoog en sprak de zin: ‘Als ik je niet meer zie, wil ik dat je weet dat ik altijd heb genoten van je verslagen.’ Even later scoorde zijn zoon een doelpunt, hij klapte, ik zonk tot ver in mijn voetbalschoenen weg. Ik smolt. Aardigheid, pure aardigheid stond daar te klappen voor zijn zoon en kleinzoon. Ik voelde precies waar ik mijn merg en been had zitten. De middencirkelscheidsrechter floot vervroegd af, we liepen allemaal de honderddertig passen terug naar de kleedkamer en de kantine. In de kleedkamer was er bier en uitzinnig tumult, ik besloot het van me af te schudden. Maar Meneer La Rivière houdt moed in de tijd die er nog is, u bent een mooi mens.

    Er wacht ons nog één wedstrijd uit tegen Gieten. Maar voor ons zit het seizoen er wel op. 15 juni genieten we van een gezamenlijke BBQ en zoeken we elkaar op in vrije tijd. Ik ben zo enorm blij deel uit te mogen maken van dit team. Stuk voor stuk, zijn wij samen de groene Galliërs. In hoogtij, in dal. In hosanna en in ellende. Gewoon wat kniekousen aan, wat noppen onder en een bal. Negentig minuten, maar vaak wat minder, doen wat leuk is. En dan terwijl de zon schijnt, samenklonteren rondom een krat bier. Of met een colaatje, voor hen die nog ergens moeten zijn. Vervolgens een verslagje tikken. Samenvatten, zinnetjes maken en op verzenden drukken. Pure Gallische rijkdom ervaar ik. En liefde, liefde voor de wreef van Wever, de binnenkantvoet van Bulthuis, de buitenkantvoet van Brussen, de rush van Robert. Liefde voor de onverzettelijkheid van Bob, de veerkracht van Stan. Voor de eigenwijsheid van Wilbert, de onbegrepen charme van Vogelzang. Voor de oprechtheid van Daan, de passie van Betten en de spelvreugd van Gerdes. Voor de warmte van Keizer, het stille genieten van Marcel. Liefde voor de poeier van Frenk, de atletische Dam en de onvoorwaardelijke Bijker. Liefde voor al die jongens die een zondagochtend opofferen om met ons mee te doen. Voor het groen en wit en voor het voetbalverhaal.

    Het seizoen 2018/2019 sluiten we af. We feliciteren zaterdag 3, Gieten 3+1, en alle jeugdkampioenen van onze club. En ik wil onze voorzitter bedanken dat hij met ons mee wilde doen, Erik bedankt daarvoor! Soms is het zoetsappig, soms is het vilein. Soms is het leven hard en soms is het leven lief. Weemoedig en strijdlustig. Maar elke zondag weer is er die bal, waardoor alles gaat rollen.