• Groene Galliërs duiken de dubbele cijfers in

    De binnenkant van buitenkantje Brussen...
    Kwistig smeet de zon met haar flikkeringen over het badende Sportpark de Drift, terwijl de Galliërs het hoofdveld betraden voor een voetbalshow. De vroege zondag bracht kleur op de, hier en daar, brakke wangen en de rollende bal gaf energie in vermoeide mannenlichamen. Actief 5, nam niets vermoedend plaats tegenover de groene Galliërs in het omkaderde grasveld. Terwijl de leidsman in onberispelijke outfit, gewapend met fluit en twee gekleurde kaarten, de middenstip in banjerde, zocht één van de Galliërs nog even snel de bosrand op. Vanmorgen had hij in alle vroegte naar vliegensvlugge auto’s gekeken, met koffie en peuken; zijn vaste medicijn. Het leven geeft niet alleen maar cadeautjes, dat hoef je echt hem niet te vertellen. Maar het leven verdwijnt even naar de achtergrond als je op noppen staat. Vlak voor het eerste fluitsignaal beent hij naar het middenste van het veld. De bal rolt, de blaas is leeg en de gedachten kunnen even rusten. Nummer 10, zonder het rugnummer. Een valse, maar in alles oprechte, spits. Dat wordt hij, verder niets. De bal, de kaats, de buitenkant en de verongelijkte gebaartje bij een pass niet op maat. Het handjeklap, de reactie op scheidsrechterlijke beslissingen. Een uitlaatklep, dat hoor je mensen wel eens zeggen. En soms is dat nog maar een klein onderdeeltje van een veel groter waar.

    Het elftal van Kanninga en Vogel, geen koffiemerk, speelt als een zondagochtendzonnetje. Iedereen behalve Wever, loopt als een trein. Wever is de machinist, speelt met de spoorwissels alsof het een lieve lust is. Hij strooit met ballen die zoeven door de lucht. Het elftal speelt briljant bij tijd en wijle. Stan is geconcentreerd, Bijker past als een Frenkie in en Keizer zit weer bovenop zijn chakra’s En de rokende magiër pendelt tussen middenveld en aanvalslinie, met een frisse kop. De buitenlucht blaast door zijn hoofd, ruimt de rommel op, maakt ruimte. Zoals hij steeds maar weer ruimte maakt en ziet, voor zijn medespelers. Zichzelf wegcijferend, alsof hij niet bestaat. Het elftal is een elegante som van zestien individuen, die samen juichen, samen rennen en samen thee drinken. Een warm bad voor de onverschrokken hardheid van het leven. De week weekt in dit warme zondagse bad en is zo gemakkelijker te verteren. Maar zeg het hem en hij zegt dat de verslaggever overdrijft.

    Voetbal is voetbal. Hij scoort fraai met zijn buitenkant, terwijl zijn binnenkant kriebelt alsof het verliefd is. Voor hem geen diepe psychologisch of psycho-onlogisch wroeten in de kluwen van een mannenbrein. In iedereen is wel iets slechts, iets goeds en iets ongelukkigs te vinden. Bij Erik is dat niet anders, al heeft hij moeite om het goeds in hem te eren. Liever de luchtigheid van het leven, de lach, de discussie en de derde helft. Niet te moeilijk doen. Leuk verhaaltje van deze schrijver, maar je hoort hem niet over de poort en het afwerken van deze weergaloze actie.

    Sinds het begin van dit seizoen hebben we een app, die op Coach-van-het-jaar-achtige manier punten geeft aan onze Galliërs. Bulthuis, die de jeugdigheid, in dit seizoen voor het eerst, aan het kwijtraken is, introduceerde de app. Eerst was het nog wel grappig, punten voor een assist. En als verdediger de nul houdt, levert dat punten op. Onschuldig vermaak, hoor ik u denken. Niets is minder waar. Angstig voor egoïsme waren we, enig scepsis was er zeker. Dat je dan maar zelf schiet, als je iemand vrij ziet staan die hoger in de app staat dan jij. Maar die angst is onterecht gebleken. Het vormt zelf een motortje, haalt het beste in de Galliërs naar boven. Afgelopen zondag zorgde het maar liefst voor 11 doelpunten! Actief 5 werd compleet overrompeld. Alleen de positie van Erik is punt van discussie. Is hij een spits die uitzakt of een diepe middenvelder. In de app staat Brussen als spits, dit levert minder punten op bij een doelpunt. Het antwoord zit hem in één van zijn oude bijnamen; Van Persie. En dat is een spits, die af en toe op het middenveld voetbalt, Erik is een spits die op het middenveld voetbalt en krijgt dus de punten als spits. Sluitende verklaring lijkt me.
    Het elftal speelde fantastisch, complimenteerde elkaar naar grote hoogte. Zeker in de nazit was er niets dan lof. Een soort eigen teamverheerlijking, die ik elk team kan aanraden. De positieve flow die alles zorgelozer maakt. Die ook Erik voor even zorgelozer maakt, al lijkt het alsof hij zich geen zorgen maakt. Schijn bedriegt. Het is maar een spelletje, maar in een team waarin je schouder aan schouder staat, waarin je je teamgenoten optilt, waarin je de verschillen koestert, is het fijn wonen. En Erik is één van die mannen, die het onmetelijk plezierig maakt om op zondagochtend de scheenbeschermers voor te doen en samen te gaan ballen. Nergens is het gras groener als bij de groene Galliërs. Ook al is het leven niet alleen maar groen en zoet, de bijtende bitterheid van kleine tegenslagen slapt af in elke voetbalmorgen waarin we samen voetballen.

    Volgende week Eext uit, andere koek.