• Groene Galliërs declasseren Gasselternijveen

    Alles valt samen, samen is alles...
    Eindelijk laten wij de vorst, de prikslee en wintersport achter ons en denken we weer aan levenslustig groen dat in korte sprieten naar de zon klimt. Eindelijk is het weer zo’n zondagochtend, eindelijk is er weer vroege koffie bij onze trouwe Klaas. Eindelijk is er weer de geur en de grap van de kleedkamer. Niet te houden, zo trappelt het elftal van Kanninga, Vogelzang & Smeenge (klinkt als een duur advocatenkantoor), wanneer ze het veld betreedt. Het schitterende sportpark de Hunze ligt uitdagend op de gretige Galliërs te wachten, wulps en klaar voor de lente. Binnen gelederen voor het eerst een selectiespeler van het eerste elftal van keuzeheer Joling. Een gelouterde en gelauwerde zaterdagman, met ruim een eeuw aan doelpunten voor groenhemden, op dozijnen voetbalschoenen. Je zou kunnen zeggen; bijna klaar voor het zondagochtendmuseum, het Piazza del Signoria, van de Galliërs. Zijn sporen wel verdiend, zijn spieren al wat strammer, al minder goed begrepen door jongelingen en trainers. Vroegrijp betrad Bulthuis als groene Galliër het veld, dat al snel zou aanvoelen als een warm bad aan begrip en voetbalverstandhouding.

    Terwijl de groenhemden zich warmlopen, loopt Smeenge met bidons vol water naar de dug-out. Eigenlijk zou hij hier niet geweest zijn vandaag, de zondag was voor iemand anders, deze zondag was voor een samen. Esther, dertien keer Esther, duizend keer Esther. Twee kleine mormels, een jonge en een meisje, het grootste cadeau van dit dertienjarige huwelijk, liggen zwetend in hun bedjes; ziek. Deze zondag zou samen met het gezin zijn, de huwelijksdag vierend, de liefde vierend. Met dit immens gekoesterde kroost zo ziek, besloot hij toch maar bidons te vullen, kleding op te vouwen, wat wissels te pamperen. Voor een helftje, de ander helft was natuurlijk, hoe kon dat ook anders voor zijn Esther. De beer onder de Galliërs, de man met het imposante postuur kon na 45 minuten zijn pupillen gerust alleen laten, het stond 0-9. Terwijl de tweede helft begon, stond hij in de ogen te kijken van zijn Esther, de groene Galliër werd zijn hart; een knuffelbeer.

    Het was wat, die eerste helft in Gasselternijveen. Met die Galliërs die de lente roken, die gretiger dan gretig wachtten op dat schelle geluid, die markering van de scheidsrechter. Pffief! Het startschot!
    Niet lang na het eerste fluitsignaal gebaarde de scheidsrechter naar het midden, Bulthuis tikte een door de keeper geloste bal binnen, om niet lang daarna een ragfijne voorzet van Bob tegen het net de knikken. Tussendoor had Tom nog gescoord. En even later dirigeerde de aanvoerder, meer een woordkunstenaar, een vrij trap tussen de palen. Een lust voor het oog moet het zijn geweest voor de verdwaalde toeschouwer die een opeenstapeling zag van de meest oogstrelende aanvalsopzetten van de Galliërs. Met touch, met precisie en met flair. De rode shirts van de tegenstander fungeerde als het bekende spreekwoord, hoorndol werden de groenhemden, een wervelwind vaak ontstoken door Wever, enkel luwend bij het rustsignaal. Knalrode cijfers in de hoek van het veld gaven aan; 45 en 0-9. De thee smaakte als champagne moet smaken naar het winnen van Parijs-Roubiax. Al hield enkel Keizer zich deze zondag als Galliër bezig met fietsen, u begrijpt hoe lekker het smaakte. Om nog maar te zwijgen over hoe het bier er ingleed, tijdens de derde helft. Als een sliding op nat gras.

    Alles kwam samen deze zondagochtend. Het Sven Kramer-gevoel bij Bulthuis, die nu weet waarin hij thuishoort, die na zo’n bad geen koude zaterdagmiddagdouche meer verlangt na negentig minuten een houten kont kweken op de bank. De vier treffers in de tweede helft, die de dertien schonk aan onze leider, de dertien jaren van zijn huwelijk. Zelfs het scorebord deed mee, omdat 0-9, niet naar 0-10 kon, telde het scorebord maar gezamenlijk tot één cijfer, dat stokte op 13 en 85. De scheidsrechter kon het niet langer aanzien en floot vervroegd af. Nievener bij geboorte Braams, luisterde het duel nog verder op, met zijn eerste in dienst van de groenhemden. Er gingen zelfs geruchten dat dit zijn eerste treffer op het hoofdveld van Gasselternijveen was, maar dat gerucht bleef onbevestigd.

    Het woord kampioenschap is in de hierboven opgestelde tekst, dat als verslag van de wedstrijd Borger zon 2- Gasselternijveen 2 dient, niet te vinden. Uit eerder verslaglegging is gebleken dat het noemen van dit woord, nochtans het verwijzen naar de mogelijkheid, een verlammende werking heeft op oude voetbaljochies. ‘We worden kampioen, we worden kampioen’, je zult het pas in het verslag treffen in voltooid tegenwoordige tijd. Volgende week E.E.C. thuis, komt allen, komt allen!