• Groene Galliërs blazen de aftocht

    De strijd is gestreden, het kruisen van de degens met tegenstander Noordster eindigde onbeslist. En daarmee verlaten de groene Galliërs het strijdtoneel van het kampioenschap. Vooraf wilde men graag winnen om zodoende de droom levend te houden, ruw spatte het uiteen in de late ochtend op het sportpark de Drift. Het sportpark dat nu haast volledig gestript, ligt te wachten om een wedergeboorte. Ruw was het zeker op de verjaardag van onze Stan, gaven de groene Galliërs geheel onnodig een voorsprong van 2-0 weg. Aan het einde was het zelfs nog even de vraag of Noordster er met alle punten van door zou gaan.

    Leeg, een illusie armer en balend als de jongen van zeven die verslagen wordt door zijn leeftijdgenoten uit een paar dorpen verder. Een klein traantje onderin de oogkassen, vloekend zijn benen vooruit schoppend. Speerwerpen met de cornervlag en mokkend de netten van de doelen omhoog halen. Zojuist had de dertiger met begaafde linker wreef zijn ploeg zien gelijkspelen. Op de dag dat hij de verjaardag van zijn vrouw vierde, miste hij een strafschop. De tweede in zijn imposante carrière. Als een jongetje dat niet mag buiten spelen, terwijl alle jongens uit de straat, vanuit zijn slaapkamerraam te zien, aan het voetallen zijn. Zo verschrikkelijk de pest had hij erin.

    Ergens halverwege richting kleedkamer loopt een spits. Zijn hoofd gebogen. Doelpunten als soepjes uit een uitdeelzak, maar niet het zuur in zijn maag. Onder het oog van zijn moeder, die hij zo graag een Moederdag cadeau wilde geven. Een: "Mam zag je die goal van mij?". Ok, hij scoorde er één. Maar miste er ook een paar en dat zijn er voor hem een paar te veel. Bovendien zijn doelpunt verbleekte bij de goal van de Gallische Frenkie. Dit de bal stijf in de pee jaste. Een gebogen hoofd dus, badend in het zweet. Omdat er in de nacht ervoor b in zijn cola zat, omdat de ochtend te vroeg ochtend was geworden en omdat het gelijk werd. Voorovergebogen, berusting ook. Dit jaar geen titel op de zondag.

    Hij is voorbij gelopen aan een bleke jarige, die naar adem happend op een bankje buiten de kantine zit. Stan, ’s ochtends nog bedolven onder de handdrukken, krijgt nu geen lucht. Twee voorgezette ballen leken van lava gemaakt en oogden te brandden in zijn handschoenen. Het had tweemaal tot een tegentreffer geleidt. Een foutje van de doelman is al snel een doelpunt. Vervelend, klote zelfs. Maar was het daar maar bij gebleven. Dan was Stan, misschien licht balend, tussen zijn mede-Galliërs gaan zitten. Wat drinken achterover getikt en al snel weer van zijn verjaring kunnen genieten. Niets bleef hem echter bespaard. Vlak voor tijd botste de ranke goalie op de verslaggever. Beide storten ten aarde. Iedereen hoorde het, dit was mis. Stan bleek een klaplong opgelopen te hebben, zo bleek later in het ziekenhuis. Na het desastreuse moment keepte de krijger nog twee minuten verder, op één long. Met één doel: strijden! Stan, namens het hele team; heel veel sterkte bij je herstel en we hopen snel in de gelegenheid te zijn er alsnog één op je verjaardag te kunnen drinken.

    En onderaan het verslag, bungel ik nog. De verslaggever. Een pijnlijk schouderblad, stijve nek en wat onwennige wervels. En een kater, de kater van een nederlaag. Want zo voelt dit gelijke spel. We feliciteren Gieten met het kampioenschap. Natuurlijk doen wij dat. Moeten ze nog wel even de laatste potjes winnen, maar dat lukt vast. De groene Galliërs zwaaien af, blazen de aftocht. En daarmee de verslagen van de hoop. Nog een paar wedstrijden. Nog een paar voetbalvertellingen en dan ziet dit seizoen er alweer op. Het seizoen dat eindigde op zondagochtend 12 mei. Voor Stan, voor het jongetje in de aanvoerder, voor de topscoorder aller topscoorders en ook voor deze verslaggever. 2-2, het doet me zeer het te typen. Letterlijk.