• Groene Galliër Herres, de zondag blues en winterstop

    In een waas van grijze dagen waar geen eind aan viel te ontdekken, ploeterden de groene Galliërs zich de afgelopen maanden door een leven zonder voetbal. In korte dagen met slechts enkele spoortjes vitamine D, met veel verplichtingen zonder bal en activiteiten zonder derde helft, kraakte en piepte het groene gemoed van menig Galliër. Er bestaat geen surrogaat voor voetballen op zondagmorgen. Het is interen, op een houtje bijten en leven in ledigheid inéén. Het werk slokt op, de familie vult de sportvrije weekenden en enkel de feestdagen doen denken het vieren van een zwaarbevochten overwinning. De eerste wedstrijd na de winterstop gloorde de afgelopen weken al aan de einder, zoals de lente zich voorzichtig begon te tonen in zachtroze over naderende stemmige neerslagfronten in een vroege ochtend. Elk seizoen hapert de Gallische machine na zo’n ellendig lange winterstop. De voorzichtig opgebouwde en broze conditie legt het af tegen de foeragewoede, vergelijkbaar met die van een beer vlak voor zijn winterslaap, van de groene Galliërs. . In zo’n eerste duel schrikken doorgaans de spieren, lijken de ingesleten patronen uit de frontale cortex van de Galliërs verdwenen en wordt er derhalve vaak enorm verloren.  Zo niet afgelopen zondag. Een zondag die begon het eren van de plots overleden vader van één van Galliërs die altijd oproepbaar is voor het Gallische bataljon. In de minuut stilte zonden de Galliërs hun medeleven naar Jorwen. Namens ons allen heel veel sterkte bij dit verlies.

    Herres
    Sinds dit seizoen strijd een nieuwe Galliër mee in ons team. Groenwit van geboorte, tenger binnen de categorie corpulente strijders en met de vervaarlijke bijnaam Herres. Een woord dat zijn oorsprong vindt in het Marokkaans en zoveel betekent als kapotmaken of kapot. Wat me gelijk bij onze reguliere laatste man brengt. Die vanuit een zaterdagavond vol levenslust rechtstreeks belandde in de zondagochtend blues. Een treurig lied dat rept over een middelbare man die wegkwijnt in zijn eigen zelfmedelijden, alsof met het te diep in het glaasje ook gelijk in de grote afgrond van het leven werd gekeken. Olf gaf aan niet te willen starten. Waarna in de kleedkamer gelijk de ontzetting hoorbaar was bij Harjo, die daardoor nog voor de eerste minuut een linie naar achter werd gezet in de opstelling. Olf had aan een soort zelfherres gedaan en kwam dat pas rond de 88ste minuut te boven. Zonder Olf en zonder de geblesseerde en verhinderde middenmoot van het elftal, begonnen de Galliërs aan het duel thuis tegen de jonge versie van de kelderklasse-stakka’s. Die middenmoot is onze jeugd, onze motor, die jongens zijn onze benen. Maar nu dus even niet, geen Leon, geen Sander, geen Demba en geen Jakobs. En helaas ook zonder doelpuntenmachine Bulthuis.
    Wel weer met de studerende popo, de strijdende Keizer en de wervelende Maikel Dam. Maar vooral dus met de Galliër Herres, die op de bank begon, maar in de tweede helft de wedstrijd in een voorzichtige plooi wierp door, na een indrukwekkende opstoomsprint, beheerst af te ronden met een schuiver in de verre hoek. Een opmerkelijke grabbel van Jasper zorgde er echter toch voor dat het nog spannend werd.

    Blunders bestaan niet
    Een keeper maakt geen blunders. Er zijn te veel factoren die van groter belang zijn dan hoe, aan het eind van die samenklonter aan factoren, de keeper anticipeert op wat hem in het vizier komt. In dit geval ging er onnodig balverlies, te vroeg instapppen, het ontbreken van goede coaching, uit de rug laten lopen, enkel de bal volgen, een luchtje van buitenspel, een hele reeks vervelende polletjes en een gelukkig uitgepakkende mispeer van de geheel vrijstaande spits aan vooraf, voordat de keeper zich in slowmotion op de tergend langzame bal wierp. En dat allemaal terwijl hij zijn handschoenen in de aaistand tegen de traag wentelende bal zette. Gevolg: de aansluitingstreffer. Een  lelijke, een oerlelijke, maar die tellen ook. En gezien alle fouten die er aan voorafgingen, mag je dus eigenlijk niet spreken van een blunder. Daarbij moet je natuurlijk ook gewoon  heel blij zijn dat je iemand in de goal hebt staan. Die moet je met dezelfde fluwelen handschoenen aanpakken. Ik wil maar zeggen dat Jasper er bijzonder weinig aan kon doen. Ik zou zelfs willen zeggen dat hij alleraardigst speelde.

    Goed, ik stop niet voordat ik de 4-2 van Vincent Wever heb bejubeld. Het deed me denken aan een combinatie van de traptechniek van Walter Zenga, de uitvinder van de Italiaanse stuit, en aan Wim Jonk. Google maar eens wat volleys van de huidige coach van Volendam. Een afgeslagen corner zorgde ervoor dat de bal met een boogje, vergelijkbaar met de gemiddelde baan die de pis vanuit een penis aflegt richting wc-pot, vlak voor de aanvoerder op het weke gras van sportpark de Drift plofte. Amper bekomen van deze aanraking met de grond, drukte, wat één van de moeilijkste vormen van trappen tegen een bal is, Vincent de bal in een kaarsrechte lijn op melkbushoogte richting de binnenkant van de paal.

    Lammers scoorde de eerste twee treffers van de ochtend en bewees daarmee maar weer eens van onschatbare waarde te zijn voor de groene Galliërs. Van der Valle kwam dichtbij het uitspelen van een volledig duel. Dam ontdekte wederom de complete absentie van de neiging om een bal met links te trappen en Frank leerde zichzelf te identificeren met zijn belangrijkste doelgroep (mannen met korte lontjes) en de scheidsrechter was eigenlijk iets te lief voor de slotfase van dit duel. Olf speelde twee foutloze minuten en Rik leerde de harmonicawetten van het middenveld. Het was al met al een fijne herstart van de competitie, zo liet coach Kanninga na de derde helft in een emotionerend bericht aan alle Galliërs weten.  Volgende week Eext, bij winst wordt de platte kar besteld.