• Duitse overwinning voor de Groene Galliërs

    Groene Galliërs tegen Pekelderboys , uit in Nieuw-Pekela op een gedateerd sportpark dat weggedoken in de mist tevergeefs wachtte op de zon. De samenkomst bij Klaas, klassiek en legendarisch, kreeg afgelopen zondagochtend een bijzonder tintje. Een buslading vol Drentse hooligans met Rotterdams bloed in de aderen, tankten de eerste lading tarwe-smoothies aan de bar naar binnen. Tussen het uitgelaten gejoel uit brulkelen door, zag je wie er deze ochtend met koffie wilden beginnen. Met het slaap nog in de ooghoeken, vertrokken de Galliërs vanuit het rood-witte supportershol richting de Pekela’s.

    Grauw, grijs, miezerig, waterkoud. Steekwoorden die een zondagochtend in november kernschetsen. Een dag waarop je je voetbalschoenen vergeet, omdat je ze de avond ervoor onder de verwarming hebt gezet. Zo’n zondag waarop het allemaal al snel tegenzit. En juist op zo’n zondag, stonden de Groene Galliërs op een verweesd voetbalveld in Nieuw-Pekela. Tegen uit de kluitengewassen verdedigers, een Gronings orerende grensrechter en tegen de koude tenen aan voeten die zoeken naar fluwelen balberoertes. Tegen, want alles zat tegen. De groenwitten probeerden te voetballen, de Pekelderboys hielden tegen. De diagonale vliegtuigstrepen van Vincent verdwenen in de mist, de buitenkantvoet van Brussen vond veelal graspol en het doelpunteninstinct van Bulthuis leek snotverkouden. De verslaggever voetbalde op geleend schoeisel alsof hij op geleend schoeisel voetbalde. Alleen een jonge Edens marcheerde als een Belgisch trekpaard over eindeloze vlaktes. Het vernuft was uitverkocht, techniek was op de bon. Gelukkig beschikten de Galliërs naast Tim ook over kolos Keizer en Clark Hilgenga, twee onverzettelijke pilaren in de kern van het elftal. Ze kregen de ene diepe bal na de andere te verwerken, vanwege het langeballenbeleid van de Pekelaren.

    De groenhemden kwamen achter, al vrij snel in de wedstrijd. Ik had geloof ik al vermeld dat het tegen zat deze ochtend. Het werd ploeteren, zwoegen, doorzetten en geloven. In sommige wedstrijden stift geen voet, steekt geen pass en zeilt geen bal. De bal en de verplaatsing stonden niet centraal, de bal leek een hinderlijke voorwerp, die beide ploegen zo snel mogelijk weg wilde hebben. In de rust dampte de thee alsook de Gallische hoofden. Die paar schietkansen die de groenwitten kregen, eindigden hoog in de ballenvangers, behoudens een vrije trap van Wever die op de lat plofte.

    Na rust leek Borger uit een ander vaatje te tappen. Het drukte de tegenstander tot in de eigen zestienmeter, twee jonge jongens voorin daargelaten. Tim drukte gedecideerd af en vond met een diagonaal laag schot de verre hoek achter een boom van een keeper. 1-1. Alles was weer open, alles was weer mogelijk. Binnen de onmogelijkheden van deze zondagochtend dan natuurlijk. Het werd worstelen met een bal ertussen. Vliegende tackles, harde benenbotsingen, noppen op achillespezen, voetbalschoen wegzakkend in de drassige blubber gecreëerd door ploeterende mannenbenen. Even had ik zelfs het gevoel dat het al donker werd, alsof ook iemand hierboven zo snel mogelijk de dag dicht wilde doen. 1-1, en niets dat erop leek dat we gingen winnen. Bulthuis kreeg een dot van een kopkans en kort daarna kon een snelle Pekelaar alleen op keeper Stan af. De bal leek jaren onderweg, de jongen meters buitenspel, het doel achter Stan levensgroot. In slowmotion springverend ging de jonge Groninger de overwinning tegemoet. Hij leek de scoren, hij ging scoren. Stan was kansloos, een halfhoge lichte krul leek in het zijnetje te ploffen. Dertig centimeter voor het doel, draaide de bal af, nog reikend naar de paal. Naast. Nog vijf minuten.

    Brussen draait zijn kont erin, schept de bal richting tweede paal. De bal ruikt de kruin van de mandekker van Bulthuis, de rechtervoet van Bulthuis temt de bal in het mulle gras en het leer walst zachtjes naar zijn linker. Het hele zestienmetergebied is gevuld met mannen, mannen die de bal vragen, mannen die hun man zoeken, mannen die nog amper op hun benen kunnen staan en één man die precies weet wat zijn linker gaat doen. Schuiven. Want dat deed Bulthuis; de bal schuiven in de verre hoek, net boven de gras, precies onder de keeper door. Een orgastische explosie bij de groene Galliërs was het gevolg. 1-2. Uit de lucht, onverdiend, tegen het einde, Eins-Zwei. Oerkreten en harde mannenknuffels, ruwe teamspirit spatte er van af. De bank sprong op in gekke sprongetjes, de groenhemden schreeuwden het uit. Zo voelen Duitsers zich, die mazzelpikken.

    Toch was de overwinning nog niet binnen. Diep in de blessuretijd kregen de Pekelaren een vrije trap. Ooit had de keeper uit Nieuw-Pekela eens een Zuid-Amerikaanse keeper gezien die met zijn binnenkant elke vrije trap achter zijn collega schoot. En heeft hem nooit losgelaten, elke dinsdagavond traint de veertiger zijn krul. In een donker en oneindige Nieuw-Pekela, alleen. Alleen de regen op zijn bril, een bak licht en het geluid van onderkant lat. De Galliërs metselen een muur van negen, Stan wrijft zijn handschoenen over elkaar. De keeper loopt aan, Galliërs springen onverschrokken naar de bal, die onbereikbaar is. En vliegt, onmisbaar richting bovenhoek. Stan springt, zweeft en kletst zijn handen tegen de bal. En duwt, nog net, de bal via de lat het doel uit. Het geluid kent de keeper van al zijn oefentrappen, maar de euforie is voor de Galliërs. De ‘Glanzparade’ voor Stan. Een teamoverwinning met de glans aan het mentale, al heb wat geluk natuurlijk ook. Alle Galliërs hebben een grijns op hun smoel deze maandag, zo’n grijs waar je als toeschouwer jaloers van wordt. Alsof ze net een dosis lekker geïnjecteerd hebben gekregen, die nergens te verkrijgen is.

    Verrukking op de gezichten, bier in de kleedkamer. Nog steeds, vraag niet hoe, zijn de groenwitten zonder puntverlies. Zondag aanstaande, Gieten thuis. De kraker tegen de koploper, de wedstrijd die gaat vertellen hoe het zit. Met mannen als Keizer en Hilgenga staat de verdediging als een huis, hopelijk is er zondag weer ruimte voor techniek en schoonheid. Al zit er ook enorm veel schoonheid in een lelijke overwinning. Trotseer het weer aanstaande zondag, misschien verliezen we dik, misschien blijft de droom van een schouder-aan-schouder-kampioenschap levend. Beleef het met ons mee.