• De titanenstrijd van een oer-Galliër

    Schrijven is als een oude vriend bezoeken. Je kunt jaren geen woord op papier zetten, zodra het eerste woord staat is het al snel een weerzien van zinnen die zich herinneren hoe fijn het was om zich in voetbalverslagen te verstoppen. In quasi-strijdbaar, in opgespoten innerlijke kracht, in stripboekachtige heldendom. En de belofte aan de eerste wedstrijd na corona, of weer tijdelijk na corona, zorgde al voor de meest uitgesproken onzin gevangen in masculiene voetbalsages, nog ver voor ik dit verslag kon typen. Totdat de berichtgevingen rond Robert La Rivière alles wat kousen over scheenbeschermers trekt op de zondagmorgen, de adem liet stokken. Geen zinnen meer, alleen maar rillingen. En toch, toch moet de wedstrijd verslagen, net als de tegenstander. Voor Robert is dat de aandoening van het zenuwstelsel, sinds kort verzwaard met luchtwegproblemen en corona. Dat moet verslagen. Dat zal verslagen worden. Een opgewekte flierefluiter, sportief en levenslustig, ligt nu al weken aan een ziekenhuisbed gekluisterd. En wij Galliërs leven mee. Voetbal is onbelangrijk, net als brood smeren en je kont af vegen. Maar toch is het goed als je er mee doorgaat. Dat je de dingen blijft doet die je gezond houden, die je blij maken. Zelfs als blij verder weg lijkt dan de sterrenhemel waar we onze levensvragen op af vuren. Vragen zonder pasklare antwoorden. Vragen met een scheurende pijn gesteld, met wanhoop en vol van twijfel. De dagelijkse dingen gaan door, de bal mocht weer rollen. En dat deed hij dan ook. Zonder enkele coronagevallen, want weg is het virus nog niet. De jongens die maandenlang binnen zaten, mochten zich ondanks de brokken in hun keel weer Galliërs noemen. En ze mochten aantreden tegen Titan. In zorgeloze tijden had ik een verslag geschreven over een heuse titanenstrijd aan de Drift. Dan had ik hoog opgegeven van de weerstand van de tegenstander en de niet aflatende dadendrang van alles wat groenwit was. Maar dat wil nu niet. Ondanks dat de bal rolde.

    We hebben gewonnen, ik dacht dat het 6-1 werd. Het veld was hard en niet door heen te komen, als blue Monday. Slierten bewolking hielden de hemel in een sluier, de wind surfte over het golvende grastapijt als Robert in zijn jonge jaren. We namen afgelopen seizoen afscheid van een vrolijke, krachtige hinde van amper vijftig jaar. Het geluk lachte hem toe, hij maakte mooie keuzes. En helaas hoorde daarbij dat hij stopte met voetballen. Na een enorm lang lidmaatschap, na een decennium aan invloed op de Galliërs. Al het leed leek van Robert af te glijden. Altijd op het juiste zuchtje wind laverend. Niet het hoogste woord, maar nooit in de hoek of op de kast te krijgen. En binnen de lijnen springverend als een hinde over de Drentse akkers. Na 45 seconden kregen we een strafschop, Gert Jakobs benutte hem. Zijn vader steevast aan de kant, zijn zoon in het veld of anders op de bank met een kingsize pak ice-tea. De familie La Rivière is de ruggengraat van al dat Gallisch is. De rentree van de Kraai was goed, al moest hij na tien minuten vissen. Hij hield zijn doel verder keurig schoon. Niet lang daarna scoorde Lammers de 2-1. Het kon Robert niet deren wanneer hij een wedstrijdje moest vlaggen of het moest doen met een invalbeurt van tien minuten. Nooit gaf hij een wanklank. Een model-Galliër. We gingen rusten met een 3-1 voorspong. Goed was het niet, maar dat gaf ook niet. De overwinning wilde we binnenslepen. Hoe maakte niemand veel uit. We leven zo enorm mee met de hele familie La Rivière en met zijn steun en toeverlaat in deze loodzware tijden Joca. De tegenslagen zijn in rap tempo gekomen, toch blijven we berichten horen van een strijdbare en hoopvolle Robert. Dat is prachtig om te horen. Voor statistici zonder gevoel, het werd uiteindelijk 6-1. Natuurlijk scoorde ook Bulthuis(2 x) en floot de scheidsrechter Stavast onberispelijk.

    Wat een herwaardering zou zijn geweest van voetbal in het leven van jochies in mannenlijven, werd een oefening in omgaan met de onberekenbaarheid en oneerlijkheid van het leven. Zelden genot ik zo volop van de derde helft, waar flauwe grappen en slappe lachen ons even deden vergeten. De hardheid van het leven is niet lang in het bewustzijn te houden. Een gemoed kan niet tillen.
    We wensen Robert alle kracht om hier uit te komen, zullen elke overwinning aan hem opdragen en hopen dat de strijd steeds iets gemakkelijker te winnen is, elke dag opnieuw steeds ietsje gemakkelijker. Wij staan schouder aan schouder met je Robert!