• De groene Galliërs winnen aan vertrouwen

    Zondagochtend en de herfst wil dan toch eindelijk beginnen. In korte stortdouchebuien jaagt het blad van de bomen die de eeuwige zomer moe zijn geworden. Groen is een bederfelijke kleur. Een kleur van jeugd, van scheuten en spinazie-smoothies. Het past allang niet meer bij de middelbare mannen wiens herfst al zo gortig omging met hun wilde manen en onbruikbare imago. Groen is de kleur van vertrouwen.

    Afgelopen zondagochtend speelden we uit in Westerbork tegen het 3e van VKW. Na twee pijnlijke nederlagen in de competitie leek een wonder nodig om de sleur van negativisme, kettingreactie aan verlies te doorbreken. In de week voorafgaand moesten we een paar afmeldingen slikken en leken de wisselmogelijkheden beperkt. De nazit de zondag ervoor bleek echter de sleutel te zijn voor succes. Tijdens deze uitbundige nazit werd er gesproken over nieuwe systemen, uit te werken looplijn en in te bouwen zekerheden. Doelman Jasper wilde weleens wat afstandschoten ervaren. De één tegen één was inmiddels gesneden koeken. Een dozijn gesneden koek in twee wedstrijden. En dus werden er in Westerbork vijf verdedigers opgesteld en de rest in het centrum. Vanuit de blauwwitte kleedkamers was het niet iedereen gelijk duidelijk. Maar in het veld wisten de groene Galliërs elkaar goed neer te zetten en elkaars krachten te bundelen. Koenders en Dam wezen de weg met hun loopvermogen en de tegenstander vond steeds een regiment groenwit rondom de eigen zestien.

    Brille
    Pim zette de groenwitten op het goede spoor met een steekbal van uitzonderlijke schoonheid en ook de loopactie en het krullen van de bal van Dam was genieten. Daarna hielden we stand en stand en stand en bleef de stand. Totdat Karsten Jancker, ingevallen in de tweede helft, in een diepe bal geloofde. De keeper tikte hem aan en als een geoefende WWF-worstelaar dook hij in vertraging naar het borstelige kunstgras. De strafschop werd gedecideerd afgerond door onze aanvoerder, waardoor de heroïek van het standhouden verder kon worden uitgedragen. De dynamiek tussen met name Herres en Sander groeide en groeide. Samen klonken zij tot een muur, een onneembare vesting.

    Scheidsrechter
    Ik zeg niet vaak meer iets over de scheidsrechter. Alleen al omdat ik er zo vaak naast zat vanuit mijn emotie. Alleen al omdat ik mijn moeite met gezag niet steeds wil ventileren. Toch wil ik de scheidsrechter even noemen. Omdat er jongens niet konden douchen tussen wedstrijd en werk, vanwege zijn onwrikbare hoop op een verandering in de stand. Exact 14 minuten na het verstrijken van de 90ste minuut kreeg de leidsman bevestiging. Een halfgeraakt rolletje velde de schier onpasseerbare Lubbers. Ook de drie minuten daaropvolgend werden met hoop in de fluit beleefd. Het voegde wat extra’s toe aan de heroïek, aan het standhouden, het verduren. We hadden deze overwinning nodig, broodnodig. Vanaf hier gaan we weer groeien, weer spelen met spelvreugde en ongepaste arrogantie. Want leer mij ons kennen, volgende week rennen we allemaal weer vooruit. Als pubers die niet willen luisteren. Wie weet wordt het verdedigen met vijf de nieuwe norm. Maar de stift, de poort, de diagonaal en dropkick zullen altijd winnen van rugby-achtige schoonheid met het tegenhouden. Lang leve de Galliërs!