• Borger Zondag wint na desastreus begin

    Zondagskinderen dat zijn we. Geluksvogeltjes, tikje verwend, speels en baldadig. Het sterrenteam van oude jochies, de groene Galliërs, mocht zondagmorgen echter niet op het hoofdtoneel optreden. Derhalve verdween het betoverende spel van oude lichamen met jonge geesten achter de bosrand, op een overigens prima bespeelbaar bijveld van ons sportpark de Drift. De tegenstander gehuld in klassiek blauw, afkomstig uit Emmercompascuum, begon imponerend met zeker zestien fitte mannen aan de warming-up. De groene Galliërs lanterfanterden wat met een bal, laconiek en ontspannen. Dat bleef in de eerste minuten de uitstraling van de Galliërs. Koren op de molen van de blauwhemden, die binnen luttele minuten twee keer scoorden.

    Geen paniek, wel schrik. Het leek een moeilijke zondagochtend te gaan worden. Gelukkig scoorde Timon vrij snel de 1-2 en pas toen begonnen de Galliërs weer iets van voetbalneigingen te vertonen.
    Het werd nog wel 1-3, maar het tij leek wel gekeerd, de rollen verdeeld en het leek een kwestie van tijd eer de groenhemden op voorsprong zouden komen. Bob La Riviere, sprintvoetballer van nature, brak door aan de rechterkant en rondde bekwaam af met een diagonale schuiver. De TGV-junior was niet te stoppen deze zondagochtend en stond negentig minutenlang, tot aan de kramp, in de hoogste versnelling. Zo’n fitheid en bedrijvigheid ken ik alleen van Duracel-konijntjes. Voorin bleef het zoeken naar de vorm, naar de afronding. Achterin kwamen de Galliërs meer en meer in hun sas, duels werden gewonnen, de verlangde strijd werd geleverd. Nog voor de rust scoorde buitenkantje-Brussen de gelijkmaker. Tussendoor kwamen er veel spelers alleen op de doelman af, maar wist geen van hen de goalie te verschalken. Meest in het oog springende moment van dit boeiende duel was echter een ingooi. Of nou ja, het mislukken daarvan. Keizer, maanden druk geweest met het herstel van een vinger, twijfelde of hij er goed aan deed in te gaan gooien en concludeerde halfweg zijn beweging dat het niet handig was. Voor de mensen buiten het hoofd van Keizer, de toeschouwers, de vragende spits, de duwende verdediger en de nonchalante leidsman, zag het eruit als een soort hik ,stap ingooi met dubbelde rietberger en een daar uit los schietende bal. Helaas geen camera’s langs het veld deze zondagochtend, dus u zult het met het geschapen beeld in uw hoofd moeten doen. En geef toe, van het beeld dat je ervan hebt, moet je al lachen. Kun je nagaan hoe dat voor de live-streamers was, de duwende verdediger, de vragende spits en al dat toekeek.

    Steeds meer publiek meldde zich tijdens de wedstrijd op het bijveld. De oude jochies gingen er beter van spelen, er was ineens verantwoordelijkheid. Ogen dwingen. En hoewel de vaders opa’s zijn geworden, de grote voorbeelden nu oud en grijs, zag je de jochies beter en beter hun best doen. Al zoons voor hun vader, op een zaterdagmorgen. Even geen positiespel of aanvallen met overleg, maar gewoon lekker ‘kijk papa wat ik allemaal kan’. Een witplastic bekertje met oranje ranja had niet misstaan in de rust.

    Na de rust vervolgde het pupillenspel voor volwassenen, het tweede bedrijf bleef onverminderd boeiend en de groene Galliërs kleuterden heerlijk door. Vincent besliste het duel met een carambolerende volley en een pegel vanaf de achterlijn die de keeper met bal en al in de touwen joeg. Er werd gedraafd, er werd gedroomd, er werd gelachen en uiteindelijk werd het 8-5. Een uitstekende afspiegeling van de verhoudingen. Ja dat kan, dat kan alleen bij deze jochies in tanende mannenlijven. Dat 8-5 een goede afspiegeling is. Gerben Braams, scoorde ook na zijn debuut en loopt nu één op één op de zondag. Tom, rasvoetballer met de benen van een fietsenmaker knutselde er nog een doelpunt bij. En ook Brussen scoorde nogmaals. Die ergens in de tweede helft nog een schitterende voor-assist had met de buitenkant van zijn schoen. De buitenkant van de schoen, de zachte plek van al-dat-voetbalt-leider Vogelzang. Een verrukking, een verbale zaadlozing was hoorbaar uit de keel van deze anders zo zoetgevooisde Vogel.

    De gedachten van de verslaggever dwaalden wat af in het laatste kwartier van de wedstrijd, CEC scoorde nog twee keer, maar was allang Emmercomposticuum, verpulvert door peuters van mannen. Overal zag je spelers ginnegappen en giechelen en tussendoor soms een berispende stem; Zak in jongens, kom terug, kom terrrrrruuuug!

    Maar deze mannen kwamen allang niet meer terug, weggedroomd in hoofden van zeven jaar oude pupillen, die hun levenslust etaleren aan hun ouders en de ouders van hun vriendjes. Aan de buurjongens en de leiders. Ze dartelden, ze stormden als een jong veulen in het lichaam. En dat ziet er vaak aandoenlijk uit, sommigen zeggen dat het de onmacht van de man illustreert, dat zal wel. Ik vind het schitterende, beeldschone onbeholpenheid en, kan ik uit eigen ervaring zeggen, het voelt zo elegant en zorgeloos.

    De scheidsrecht blaast op zijn fluit en ik schrik wakker uit dit heerlijke dagdromerige spel dat onverlaten kelderklasse-voetbal noemen. Langzaam voel ik de jaren weer optellen in mijn lichaam, langzaam van 7 naar 35. Mijn hoofd nog trager. Ik lach en vraag me af aan welke kant we de penalty’s mogen nemen straks.