• Groene Galliërs euforisch na kampioenschap

    Soms deelt het leven cadeautjes uit, heel soms blijkt het niet alleen maar vechten tegen de bierkaai. In drieënhalf jaar verslag voor Borger Zondag is dit het eerste verslag waarbij ik zoek naar woorden, waar ik de zinnen maar niet achter elkaar krijg. Zo vaak was het net niet, in mei 2015 en in mei 2016. 2017 was het allemaal net niet en nu op Eerste Pinksterdag 2018, is het eindelijk raak. Nu kan ik eindelijk een zegegebaar van een tekst jubelen, een gebalde vuist van euforische beeldspraak. Maar juist nu, op het hoogste punt, komen de letters maar langzaam. Zo vaak schreef ik over de schoonheid van de nederlaag, beschreef ik de verhalen van jochies in mannenlijven die aandoenlijk vochten en streden, als de laatste Galliërs in een Romeins Rijk. Wat hebben we veel verloren, wij mannen van middelbare leeftijd. Wilde haren, gezonde longen en snel herstellende spieren. Maar wat wonnen we ook veel. Kameraadschap, plezier en elke week een voetbalvertelling. En nu, nagenietend van een zondag met de hoofdletter Z. Nu kan ik schrijven, nu kan ik het ongelofelijke schrijven. De antihelden van Borger zondag 2 zijn kampioen!

    Een roodblinkende bus staat op de parkeerplaats van Sportpark de Drift te wachten. Te wachten op uitgelaten voetbaljochies, euforisch tot in de kleine teen. Een oude, goedige buschauffeur draait de open bus richting Borger centrum, terwijl de groene Galliërs van gekkigheid meezingen op ‘Banger hart’ en ‘Lil Crane’. Wat een feest. Met stralende ogen, luidkeels en in een prachtige kampioenspolo gestoken hossen de Galliërs zich naar extase. De supporters zwaaien ze uit. Het bizar grote publiek, gevuld met ouders, zoons en dochters, met geliefden en liefhebbers. Een kwartier eerder zagen zij het laatste fluitsignaal dat voor het grootste orgasme van de groene Galliërs ooit zorgde. Met zag een eruptie, een aardverschuiving, een tornado aan euforie. Mannen, vaders sommigen, als kleine kinderen springend, ja zelfs huppelend. Met een bos bloemen liepen ze te springdansen over het hoofdveld van de Drift. De zondagochtend was nog nooit zo druk, zo luid, zo feestelijk. De zondagochtend was altijd rustiek, ontwakend en beeldschoon in die rust. Maar nu paste er groene rook, schreeuwen en uitgelatenheid. Gekte!

    Twee uur eerder
    De zon heerste al vroeg deze zondagochtend. De wekker baadde al in het licht nog voor deze geluid maken kon. Het schitterde me wakker. Ik was zo vroeg wakker, dat ik zelfs tijd had om te ontbijten. En zo bleek bij aankomst dat er meerdere groene Galliërs vroeg wakker waren, zoals je nog veel ziet bij de huidige pupillen. Die dan op zaterdagochtend al staan te popelen om te voetballen voordat de ogen goed en wel geopend zijn. En ook wij droomden van wereldgoals, van beslissende treffers in sprookjesachtige settingen zoals in de jongensboeken van Snelle Jelle. Veel te vroeg betreden de Galliers het veld. Het duurde en het duurde maar voordat er dan eindelijk een leidsman het veld op kom. Jeroen Alblas, oud-Galliër, kwam onberispelijk het veld op. Buinerveen, de blauwe tegenhanger van de Galliërs, de aartsrivalen en bovendien de naaste belagers, stonden met enorm veel zin het feestje te ontregelen, klaar tegenover de groene equipe.

    Vuurwerk
    Nog maar koud begonnen. De eerste de beste lange bal werd afgerond door Buinerveen. En dan sta je als bijna kampioen ineens achter tegen de nummer twee. Het was even schrikken. En dat kwam de wedstrijd niet ten goede. Eigenlijk kun je over de wedstrijd niet veel meer zeggen dan dat het de wedstrijd werd van Erik Brussen. In de eerste helft schoot de Rotterdamse Drent een afgeslagen bal met zijn linker in de touwen. Met een bevrijding als gevolg. Langs het veld stond onze Kuup, Brussen zocht hem op en besprong de katachtige. Na de rust, werd tot twee keer toe een speler van Buinerveen met geel, tien minuten naar de kant verbannen. De laatste overtreding leverde een kansrijke vrije trap op. De rasvoetballer die zo vaak de bal met de buitenkant beroert, kijkt naar de verslaggever. Er wordt geen woord gewisseld. Beiden bij de bal. De aanloop ingezet en de bal feilloos met de binnenkant geraakt. De bal draait verrukkelijk richting bovenhoek en verdwijnt in het net. 2-1, 2-1. De rest van de wedstrijd van als een lange voorbereiding op het feestgedruis. Het zag er allemaal niet uit, maar wat geeft het. 2-1. Epische gevoelens bij de Galliers!

    De rest is kippenvel.
    Onbeschrijfelijk kippenvel. Het gezicht van Wim Kuipers, het genot van Brussen, de hysterie, de gekte. Het genieten. Borger Zondag 2 is kampioen. Het staat er echt en het is echt waar, maar het zal nog even moeten bezinken. De hele zondag bleef het onrustig en gezellig, eerst op het sportpark, later bij Klaas en Ria en zelf nog later bij café Happinez. In al het feestgedruis werd afscheid genomen van Wim, die zijn rol als keeper overdroeg aan Stan, die bijna het hele seizoen als stand-in fungeerde en dit perfect deed! Er vloeide bier, er werden filmpjes gemaakt. Er werd gedanst op de picknicktafels en geknuffeld en gezongen. En steeds kwam het terug, dat kippenvel. Alsof het lichaam je steeds probeert te vertellen dat het waar is, dat je echt kampioen geworden bent.

    We spelen nog een paar wedstrijden. Maar wij zijn kampioen, in de zesde reserveklasse, op naar de vijfde. We hopen op versterkingen zodat we volgende jaar weer zo’n feest vieren. Toegegeven, zo’n feest maak je niet zo vaak mee. Ik wil hier nu de fantastische leiding van ons elftal bedanken, alsook aanvoerder Bijker en aanjager Keizer, voor de manier waarop dit allemaal gevierd kon worden. Alle sponsoren voor hun bijdrage. En natuurlijk al die jongens en mannen die ons elke zondagochtend weer uit de brand hielpen. Wij zijn dankbaar en trots. En terwijl ik toewerk naar mijn laatste zinnen, voel ik weer kippenvel. We hebben het geflikt, we hebben het eindelijke geflikt. En dat dit niet mijn beste verslag is, dat wist ik al toen ik eraan begon. Maar is het wel het fucking Kampioensverslag en daarmee onverslaanbaar. Mannen, wat een weelde, nog twee zondagochtenden freewheelen en dan lekker de zomer in. Kampioennnnnnnuuuuuuuuuuuuhhhhh...