• Het Kampioensverslag van de Groene Galliërs

    Waar zal ik eens beginnen. Ik denk bij rond de klok van zes in de avond. Ergens op een sportpark richting de Duitse grens komt iemand op het idee om een filmpje te maken. Aangewakkerd door een gevoel van frustratie dat nog rauw en onverwerkt, tussen het bierdrinken door, de kop op steekt wordt er een volzin in canon uit veelal corpulente borst ten gehore gebracht. ‘Borger lik mijn reet’, schalt depressief makend over een voetbalterras zonder franje. De sliertachtige decibellen vervagen in het niets, ze lopen leeg als het hoofd na de laatste nederlaag. Hoe is het in vredesnaam zo ver gekomen? Ik ga het proberen uit te leggen.

    Vaste lezers weten inmiddels wel dat dit seizoen zich gekenmerkt heeft door afzeggingen, steeds maar weer afzeggingen. Om een voorbeeld te geven: Remco Keizer was 8 weken geblesseerd en heeft in de periode nul wedstrijden gemist. Zoveel teams hadden moeite op hun teamgenoten bij de Ikea weg te houden, zoveel teams gebruikten corona als excuus. Hier en daar leken er elftallen met tegenzin op voetbal te zitten. In deze kluwen aan afzeggingen deed ook de nummer twee van deze competitie een duit in het zakje. Uiteindelijk traden de groene Galliërs twee keer in één week tegen Ter Apel aan, nadat er herhaaldelijk was afgezegd. Beide wedstrijden werden jammerlijk verloren. Ter Apel waande zich kampioen, je iets wanen en het niet worden, dat is natuurlijk pijnlijk. Dat zal ook nog wel eventjes zeer doen bij de verbolgen helden. Mierzoet leedvermaak bij de Galliërs.

    Een ander beïnvloedend element speelde zich af rond 12:15 uur die zondag. Een open bus stond klaar op de parkeerplaats van sportpark de Drift. Binnen mum van tijd bevolkt met uitgelaten Galliërs. Even verderop had Ter Apel zojuist gewonnen van E.E.C, maar niet met 77-0, dus helaas tweede. De bus sloeg af richting sportpark de Dillen en hield twee keer een stop bij de zojuist geworden vice-kampioenen. Nietsvermoedend stonden de helden van Ter Apel de teleurstelling van zich af te douchen en van zich af te roken. Het moet een vervelend moment zijn geweest voor ze. Dat er van die joelende kampioenen op een bus lange neuzen stonden te trekken.

    Wanneer je het zo op een rijtje zet, dan snap je de frustratie eigenlijk wel. Verliezen is niet leuk, maar van rivalen die je niet uit kunt staan is het nog een tikje erger. Ik ga nu even terug de aanloop richting zondagochtend.

    Je wilt niet te vroeg juichen, maar we wisten dat we kampioen zouden worden afgelopen zondag. Toch moet het altijd eerst nog maar gespeeld worden. Het kon eigenlijk niet meer mis. Totdat. Ja, totdat er vrijdagavond ineens in aller ijl werd gebeld tussen de verenigingen Borger en Roswinkel. Roswinkel had te weinig man, ze wilde bij het eerste telefoontje afzeggen. Niet de eerste ploeg die afzegt, die niet op komt dagen of gewoon geen zin heeft, maar de paniek sloeg toch wel toe. Het zou ergens wel logisch zijn geweest in dit afzegseizoen dat ook de kampioenswedstrijd afgelast zou worden. Ik had het wel passend gevonden. Toch was de spanning enorm vanaf het moment dat ik voor het eerst mijn ogen opendeed op afgelopen zondagochtend. Zouden ze wel komen? Gelukkig kwam er na een hoop inzet van aanvoerders, leiders en bestuursleden toch een elftal van Roswinkel richting Borger. En dat zorgde voor opluchting binnen de selectie. Nu alleen nog even winnen. Na een weifelend begin, werd het uiteindelijk 10-0. Vijf keer Prikkie Bulthuis, die met een bovenbeen dat op knappen stond, coûte que coûte wilde voorkomen dat zijn prikkiebokaal naar iemand anders zou gaan. Twee keer Jakobs, die onvermoeibaar door stiefelend het middenveld omploegde. En ook Marcel Lammers, Rik en Leon wisten te scoren.

    Het feest kon dus beginnen. Nou ja, bijna dan. Want Roswinkel had bedongen dat we om 09:30 uur begonnen met voetballen, omdat hun eerste nog voor promotie speelde die middag. Dus was het nog de vraag of Ter Apel niet zo enorm dik zouden winnen van EEC dat de groene Galliërs alsnog geen kampioen waren. Er had zich geen wonder afgespeeld voor Ter Apel en dus werden bloemen en champagne uitgereikt. Wat volgde was een turbulent feest, met recht gedruis te noemen. Aan alles was gedacht, shirts dankzij Santing Beer and Spirit Barrels, Den Heijer Optiek en Egberts Fietsen. Dank daarvoor. Hamburger via traiteurslager Manfred Stiekema, Bittergarnituur van onze trouwste support Cor, muffins van de prinsessendochters van Jakobs en Keizer en ook nog een beetje bier.

    Het seizoen is dus ten einde. We hebben het gered, half juni, maar wat geeft het. Volgend seizoen gaan we weer positief een nieuwe competitie in en hopen we op minder afzeggingen. We hebben een aantal toezeggingen van nieuwe spelers, zo wil Erik Oldengarm terugkeren en denken Harjo van der Valle en Klaas Almoes aan een sportieve teaminvulling op de zondagmorgen. We zitten zo weer aardig in de spelers. Mocht je nog willen aansluiten voor volgend seizoen, stuur mij dan even een berichtje, dan breng ik je in contact met onze leiders Kanninga en Jansen. Rest mij alle lezers, ook dit seizoen, weer te bedanken voor jullie moeite. Elke week toch zo’n 1000 woorden door ploeteren, knap werk! Verder wil ik Gerben Braams noemen, hij stopt er helaas mee. En natuurlijk ook onze oerzondagman Gert Bijker, die Buinen naar grote hoogte wil brengen, succes daar Gert, maak er wat van!

    Wat genieten we nog na van een fantastisch feest, na een bijzonder seizoen. We zullen ook volgend jaar weer voetballen en genieten. En ik zal ook volgend jaar jullie dwingen tot de door mij gekozen woorden voor wat zo vaak niet te beschrijven valt. Het gevoel ergens onderdeel van de zijn, het gevoel van kameraadschap. Terwijl de lichamen niet meer kunnen wat ze ooit met gemak deden. Terwijl de ogen juist meer zien dan jaren terug. Terwijl de kinderen rond onze voeten en de eega’s met een goedkeurend blik. Voetbal, het leven als groene Galliër. Het is een prachtig voorrecht. Het is waardevol. Dank Galliërs, allemaal, voor wat jullie maken van een zo eenvoudig ogend spelletje. In de kleedkamer, onder de douche, op het veld en immer na die tijd. Het is van een soort schoonheid dat zich nooit helemaal laat vangen. Het zit in humor, in diepgaande één op één gesprekken, in de buitenkant van Brussen na honderd verkeerde aannames, in de wil tegen alles in van onze aanvoerder, in de nukken van Olf, de klasse van Jasper. Het zit hem ook in de onverzettelijkheid van Keizer, de niet te overtroeven arrogantie van Koenders. In de twijfel van Braams, in het loslaten van Bijker. Maar ook in de kriebels van Dam, het onhandig communiceren van Sander, in de oprechtheid van Leon, de stoere blik van Rik, de sprongkracht van Lammers. Toch vaak ook in de grapjes van Mark, het bulderen van Jansen en het coachen van Wilbert, het afmaken van Bulthuis en in het stille genieten van Gert. Maar waar het helemaal, onversneden en puur in zit, is in het dartelen van Bob, het genieten van opa en de warmte van Robert. Die gelukkig nog onder ons is. Groene Galliërs, dank allen voor weer een schat aan verhalen dit seizoen!